Notities | 07 mei 1707 - Het huwelijk werd gesloten voor Schout en Schepenen. Cornelis woonde in Lauweregt en Jannichje in de Nieuwe Weerd.
13 oktober 1725 - Cornelis van Blaricum leent 1199 gulden en 25 stuijver aan Hermannus van Zouten en zijn vrouw Maria van Westerveld met als onderpand het huis genaamd "De Vergulde Grutmolen", gelegen aan de Langegracht in Amersfoort, tevens hof en hofstede met plaats daarachter, bewoond en gebruikt door Carel van Raalt, strekkende van de voorgeschreven Langegracht tot aan de L.Vrouwestraat (L.Vr.Capelstraat) toe.
27 juli 1726 - Cornelis van Blaricum leent ƒ600,- aan Willem van Dijk en zijn vrouw Sophia van Meijn met als onderpand huis, hof en hofstede aan de Bloemendalse Binnenpoort in Amersfoort.
3 januari 1728 - Cornelis van Blaricum leent ƒ500,- aan Johanna en Aletta van Dashorst met als onderpand huis, hof en hofstede in de Muurhuizen in Amersfoort.
3 mei 1728 - Cornelis van Blaricum koopt van Jacob Cramer, als speciale gemachtigde van zijn vader Claas Cramer en zijn vrouw Geurtje Veen, huis en grond aan het Grote Spui (de oostzijde van ’t Spoeij) in Amersfoort.
04 juli 1735 - Cornelis van Blerrekum en Jannigje van Rossum nemen een hypotheek van ƒ1800,- tegen 3%, hen verstrekt door Hendrick van Halteren, "op seeckere huijssinge, erve en grondt, met twee caemeren daer annext, geapproprieert tot een pottebackerije, staende ende gelegen buijten deeser stadts Weerdt poorte, onder den Gerechte van Lauwenrecht, streckende voor uijt den straat tot aghter in den Veghte, daer de herberge alwaar St. Joris uijthangd zuijdwaarts en een gemene buursteeg noordwaarts naast gelegen zijn". |
| Beroep(en) | pottenbakker | |