De familienaam van Blaricum, enz. komt van het dorp Blaricum in het Gooi, een regio in de provincie Noord-Holland. Voor 1800 was iemand meestal bekend onder zijn voornaam en een patroniem, ook wel vadersnaam genoemd. Een patroniem verwijst naar de voornaam van iemands vader om zo de familierelatie kenbaar te maken. Bij persoonsregistratie werd soms een toponiem (aardrijkskundige naam) toegevoegd, om aan te geven waar men vandaan kwam (herkomstnaam). Wordt een patroniem of toponiem ook door volgende generaties als achternaam gebruikt, dan kan men spreken van een familienaam. Dat binnen dezelfde familie meerdere familienamen kunnen ontstaan is te zien in de stammen III en IV. In stam III zijn dat de familienamen Gracht en Blaricum en in stam IV de familienamen Blaricum en (waarschijnlijk) Lubbertsen.
In de loop der eeuwen is de familienaam op zeer veel verschillende manieren geschreven. Er bestaan 29 variaties in de database, waarvan de volgende 8 tot op heden nog in gebruik zijn: Blarcom, Blarcum, Blaricom, Blaricum, Blargan, Blarikom, Blarkom en Blerkom.
Er bestaan momenteel in ieder geval 3 "hoofd"stammen, namelijk de stammen I, IV en V. Van de stammen II en III is het zeer aannemelijk dat zij gerelateerd aan elkaar zijn, hun basis is Utrecht vanaf de 17e eeuw en in die tijd had deze stad slechts ongeveer 30.000 inwoners. De stammen VI en VII vinden hun oorsprong in stam II.
De oostermeent van Blaricum Tekening van Ton Veldmeijer. |
Oorspronkelijk was Blaricum een nederzetting van boeren, wonend in plaggenhutten en eenvoudige boerenwoningen. In de tiende eeuw of misschien zelfs wat eerder moeten de eerste mensen zich vast in het Blaricumse heide- en bosgebied hebben gevestigd. Het bestaan in het middeleeuwse Naerdincklandt en latere Gooiland omvatte in hoofdzaak het ontginnen van de woeste gronden voor het boerenbedrijf, met veeteelt op de gemene weiden, het schapen houden op de heide, plaggen steken voor het vee op stal en het inzaaien en oogsten van de akkertjes. Vele eeuwen lang vormde de agrarische productie het belangrijkste middel van bestaan in de Gooise dorpen. Blaricum groeide uit tot een mooi brinkdorp, dat tot 1920 zijn oorspronkelijke agrarische karakter wist te behouden en ook nu nog model staat als het fraaiste dorp van de streek. In 2007 had Blaricum de hoogste gemiddelde huizenprijzen van Nederland.
De website van de gemeente Blaricum: www.blaricum.nl
Een mooie website over het Blaricum van Vroeger en Nu van Gerard Grootveld: http://gerardg.nl/blaricum/
Rond 1700 vestigt zich te Ankeveen Jacob Hendriksz van Blarcum, die dus waarschijnlijk afkomstig was van Blaricum en wiens vader Hendrik heette.
De familie van Blarcum bewoonde jarenlang "Het Reghthuys" in Ankeveen, waarachter grote tuinen lagen. In de vijftiger jaren is in die tuinen een nieuwe woonwijk gebouwd, waarbij ter herinnering aan de familie van Blarcum en hun invloed op het dorp een weg de naam Van Blarcumlaan kreeg (uit "Straatnamen van Ankeveen"). De laatste inwoner van Ankeveen van de familie van Blarcum was Christianus Joannes van Blarcum.
Of de stammen II en III verwant met elkaar zijn, is nog niet duidelijk. De kans dat er ergens een relatie is, is natuurlijk erg groot.
In 1608 trouwt in Utrecht Gerrit Jansz van Blaricum, meestal genoemd Gerrit Jansz van der Gracht, wiens vader dus Jan van der Gracht zal hebben geheten, met Marrichje Herman Willems van Doorn. Gerrit was "rademaker", evenals zijn zoon Herman Gerritsz en Lubbert Gijsbertsz van stam IV. In die tijd bestond in Blaricum een slot dat bekend stond onder de naam De Graft. Het was een groot huis dat in de Bouwvenen aan de Gooiersgracht stond. Mogelijk kwam Gerrit daar vandaan, hetgeen beide achternamen zou verklaren. Zijn kinderen hielden de naam van der Gracht aan, maar de kinderen van zijn zoon Herman gingen de naam van Blaricum gebruiken.
De Eendracht. |
Lubbert Gijsbertsz werd geboren in Holland in 1600 of 1601. Hij was namelijk 33 jaar oud, toen hij op 15 april 1634 een contract sloot met de Amsterdamse diamanthandelaar Kiliaen van Rensselaer, betreffende zijn overkomst naar de nieuwe kolonie van de landeigenaar: Rensselaerswijck. Deze kolonie was gelegen op beide oevers van de rivier de Hudson bij Fort Oranje (nu Albany, New York). Hij werd de eerste wagenmaker van de kolonie.
Lubbert voer met zijn vrouw en drie kinderen op de Eendracht, vertrekkend van Texel begin mei 1634, en kwam in Rensselaerswijck aan ongeveer twee maanden later, aangezien zijn rekeningen met de kolonie beginnen op 20 juli 1634. Vanaf die datum gaan zij gestaag door tot 1647, waarna hij verhuisde naar Nieuw Amsterdam, waar hij verscheidene jaren verbleef. Op 5 december 1654 verkreeg hij een vergunning voor 50 morgen land in Bergen Neck, NJ. Ten zuiden van hem verkreeg zijn schoonzoon Jan Corneliszen Buys 25 morgen en daarnaast verkreeg zijn zoon Jan Lubbertsen ook 25 morgen. Op 15 september 1655 begonnen de indianen, nadat een indiaan in Nieuw Amsterdam was gedood bij het stelen van fruit uit een boomgaard, een driedaagse strooptocht van Nieuw Amsterdam over de rivier de Hudson via Bergen Neck naar Staten Island. Bij deze tocht werden gebouwen en landerijen verbrand en iedereen, die niet gevlucht was, werd gedood of gevangen genomen. Waarschijnlijk is Lubbert bij deze ongeregeldheden omgekomen, aangezien zijn vrouw Divertje zonder hem terug kwam naar New Amsterdam. Daar verkreeg zij namelijk op 1 mei 1656 als weduwe toestemming voor een tapperij, samen met haar schoonzoon Jan Corneliszen Buys, alias Jan Damen.
Lubbert had drie kinderen, toen hij in 1634 in Amerika aankwam. Daarna kwamen er nog minstens zes bij. Waarschijnlijk zijn deze kinderen verder het leven ingegaan als Lubbertsen, terwijl alleen het nageslacht van Jan Lubbertse de naam "van Blarcom" aannam.
Na de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog zijn veel kolonisten, die in het Engelse leger hadden gediend of trouw aan de Engelsen waren gebleven ("Loyalisten"), in 1783 naar Nova Scotia in Canada vertrokken. Dit betrof o.a. Peter van Blarcom en zijn broer Hermanus.
David Gerritsz van Blaricom | 1st Regiment, Monmouth County, New Jersey Militia | ||
John van Blarcom | Revolutionary soldier | ||
Garret van Blarcom | |||
Hendrick van Blarcom | Kapitein | ||
Samuel S. van Blaricom | Soldaat | Kapt. Isaac Monnett’s compagnie | 28 juli-6 september 1813 |
Johannes Petrus van Blarkom | |||
Henry van Blaricom | Bataljon Californië Vrijwilligers, Bereden Geweerschutters, compagnie E | 1846-1849 | |
A. H. van Blarcoan | Soldaat | 65e New York Vrijwillige Infanterie Regiment | |
Daniel J. van Blarcom | Korporaal | 22e New Jersey Vrijwillige Infanterie Regiment | |
Daniel Squire van Blarcum | Korporaal | 19e Michigan Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie C | |
Francis van Blarcom | USS Santee, fregat | ||
Henry van Blaricom | Soldaat | 4e Minnesota Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie I | 1864-1865 |
Isaac van Blarcom | Soldaat | 95e New York Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie D | |
John Canon van Blaricom | 75e New York Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie I | 1861-1864 | |
Lewis van Blarcom | Eerste luitenant, kapitein | 15e New Jersey Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie D | 1862-1864 |
Martin van Blarcom | 19e Michigan Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie C | ||
Peter van Blargan | 105e Pennsylvania Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie F | Feb 1865- | |
Phillip Eli van Blarcom | Soldaat | 1e Minnesota Vrijwillige Cavalerie Regiment "Mountain Rangers", compagnie B | 11 okt 1862-9 nov 1863 |
Samuel van Blarcom | Korporaal, sergeant | 15e New Jersey Vrijwillige Infanterie Regiment, compagnie D | 1862-1865 |
William Harrison van Blaricum | Soldaat | 106e Illinois Vrijwillige Infanterie Regiment | 1861-1865 |
Earl Winfield van Blaricom | Canadian Field Artillery, 50th (Queen's), later 52nd Battery | 14 maart 1916-juli 1919 | |
Gilbert Francis van Blarcom | |||
John Olen van Blarcom | Soldaat | ||
Lewis van Blarcom | Kapitein | New Jersey State Militia | |
Shelomi van Blaricom | |||
Albert E. van Blaricom | |||
Albert Miller van Blarcom | Electronics officer | -1946 | |
Amos James van Blarcom | |||
Cletus J. van Blargan | Machinist's mate first class | U.S. Navy | 1943-1945 |
Darrell J. van Blaricum | Soldaat, veldartillerie | U.S. Army | |
Earl Bruce van Blarcom | Luitenant-kolonel | U.S. Army Air Force | |
Elton van Blargan | Soldaat 1e klasse | U.S. Army | |
Elvin L. van Blaricon | Soldaat 1e klasse | U.S. Army | |
Eugene Clifford van Blarcom | Pilot officer | Royal Canadian Air Force, 5 Group, 50 Squadron, Lancaster NF921 | -1944 |
Francis Alfred William Blerkom | Sergeant (boordwerktuigkundige) | Royal Air Force Volunteer Reserve, 101e Squadron | 1944 |
Fred Abraham van Blaricum | Soldaat | U.S. Army | 5 december 1941-31 maart 1943 |
Glenn Franklin van Blaricum | Eerste luitenant | 1941-1945 | |
Harry Jack van Blaricum | Soldaat | 16 maart 1943-14 november 1945 | |
Herbert M. van Blargan | Soldaat 1e klasse | U.S. Army, 3rd Infantry Division, 7th Infantry Regiment, Company F | |
Irvin Francis van Blargan | Sergeant | U.S. Army Air Force, 344th Bombardment Group, 494th Bombardment Squadron | 1943-1945 |
James Alton van Blarcum | U.S. Army | ||
James Walter van Blaricum | Kapitein | U.S. Army | |
Leslie Eugene van Blaricum | Korporaal | U.S. Army | |
Levi van Blaricom | Soldaat | ||
Lloyd Daniel van Blargan | U.S. Army | ||
Lucien Rule van Blaricum | Soldaat | ||
Paul E. van Blaricom | Stuurman 3e klasse | U.S. Seabees | |
Raymond H. van Blargan | U.S. Army, 110e Tactisch verkenningssquadron | ||
Raymond van Blarcom | |||
Sherben Edward van Blaricom | Eerste luitenant | U.S. Army Air Force, 28th Composite Group, 36th Bombardment Squadron | 14 januari 1942-15 juli 1943 |
Stanley Wasson van Blaricum | Korporaal | U.S. Army | |
Verlyn George van Blaricom | Boatswain's mate first class | U.S. Navy | |
Vincent Ebert van Blaricum | U.S. Navy | ||
Wallace Ray van Blaricom | Electrician's mate first class | U.S. Navy | |
Warren F. van Blaricom | U.S. Army | 1941-1946 | |
Wayne Willard van Blaricom | Technician fifth grade | U.S. Army, 537th Field Artillery Battalion, B Battery | |
William Neal van Blaricum | Soldaat | U.S. Army | |
William Reeve van Blarcom | Quartermaster third class | U.S. Navy, USS Design, mijnenveger | 1943-1945 |
Donald Frank van Blarcom | Sergeant | U.S. Army | |
Earl Bruce van Blarcom | Luitenant-kolonel | U.S. Air Force | |
Earl Eugene van Blaricom | U.S. Army | ||
James W. van Blarcom | U.S. Army | ||
Ronald Grover van Blaricom | 1st Marine Division | ||
Thomas A. van Blaricom | |||
Wesley Delroy van Blaricom | Soldaat | U.S. Marine Corps | |
Boyd Winton van Blaricum | soldaat | U.S. Army | |
Francis William van Blargan | U.S. Army | 1963-1966 | |
Howard Lionel van Blaricom | Sergeant | U.S. Marine Corps | |
Kenneth Clare van Blaricum | Specialist 4e Klasse | U.S. Army | |
Paul Joseph van Blaricum | soldaat | U.S. Army | |
Richard William van Blarcom | Specialist 4e Klasse | U.S. Army, 101e Luchtlandingsdivisie, 502e Infanterie Regiment, 2e Bataljon, A Compagnie | 1968 |
Timothy Lowell van Blaricum | soldaat | U.S. Army |